top of page

De beleving van tuinen

Wat wordt er geschreven over de beleving van tuinen in de literatuur?  Hoe worden tuinen en tuinieren beschreven in de literatuur? Welke zintuigen worden er geprikkeld? Welke verborgen gedachtes zwerven er rond in ons hoofd als we in tuinen denken? 

Artboard 3_1 copy.png

‘Met mijn tuin in de wolken’  een boek van An Rutgers van der Loeff. Zij was opzoek naar mooie verhalen over tuinen, bloeiend achterplaatsje, erf of een balkon. [10] In het boek staat een mooi verhaal ‘Onze vriendin de roos’: “…Vele jaren staat ze daar nu al, ze is een persoonlijkheid geworden en bloeit met grote rozen. De buurt kent haar. Menigeen staat stil, gaat dan glimlachend verder. Eens heb ik gezien hoe een jonge man een roos plukte voor zijn meisje. Niet alleen dat meisje was gelukkig, maar ik ook.”[11]  Dat planten in onze gevels zorgen voor sociale contacten in de straat blijkt wel uit de verhalen. “Als iemand ook maar het lef heeft aan een roos te ruiken of er één te plukken, wordt er vanuit het bejaardentehuis aan de overkant verwoed tegen het raam getikt.” [12] Wat een heerlijke romantische verhalen en plaatjes staan er in het boek. De liefde die er is voor tuinieren in de stad maakt me vrolijk. De verhalen geven mij het idee dat de planten zowel de straat als de mensen opfleuren. Het gaat niet alleen om het mooie aanzicht ook het aspect ‘bezig’ zijn is belangrijk volgens de tuiniers. Bezige mensen, gelukkige mensen. Het houdt tuiniers bezig; oogsten, bloemen snijden, boontjes plukken, stoofpeertjes schudden, het is allemaal intens bevredigend [12].  Hoe ervaren mensen die tuinieren zo’n proces? Penelope Lively, een schrijfster die al bijna haar hele leven tuiniert, ging opzoek naar de betekenis van wat tuinen en tuinieren door de eeuwen heen voor ons heeft betekend. “…hebben we vandaag de dag behoefte aan dat kleine stukje grond om iets te verbouwen, wat dan ook, onze handen vies te maken en de tijd te trotseren. We tuinieren voor morgen, en daarna. We tuinieren vol verwachting, en daarom is het zo opbeurend. Je zit niet meer vast in het hier en nu; je denkt vooruit, en achteruit, je herinnert je hoe dit of dat gewas het vorig jaar deed, je koestert verwachtingen en maakt plannen voor het volgende jaar. [21]”

Artboard 3_2.png

Als we iets verder teruggaan in de tijd liet een groen gazon in de voortuin hele andere indrukken achter. “Het idee van een verzorgd gazon voor de ingang van privé-residenties en publieke gebouwen is in de late middeleeuwen ontstaan in de kastelen van Franse en Engelse aristocraten. In het begin van de moderne tijd raakte deze gewoonte heel diep ingesleten en het werd het handelsmerk van de Adel.  Verzorgde gazonnetjes vereisten veel land en veel werk, vooral in de dagen voordat er grasmaaiers en sprinkler bestonden. En ze leverden niets nuttigs op. Arme boeren konden hun kostbare land of tijd niet verspillen aan gazons. Het keurige groen voor de entree van een kasteel was daardoor een statussymbool dat niemand kon faken. Het riep luid en duidelijk tegen elke voorbijganger: “Ik ben zo rijk en machtig en ik heb zoveel land en lijfeigenen dat ik me al dit extravagante groen kan veroorloven.” Hoe groter en netter het gazon, des te machtiger de dynastie. Als je een hertog bezocht en zag dat zijn gazon er niet zo best bij lag, wist je dat hij in de problemen zat.”  Mensen gingen gazons dus associëren met politieke macht, sociale status en economische welvaart. Geen wonder dat de opkomende bourgeoisie in de negentiende eeuw het gazon enthousiast adopteerde. Eerst konden alleen bankiers, juristen en industriëlen zich dergelijke luxe bij hun huis veroorloven. Maar toen de industriëlen revolutie de middenklasse vergrootte en eerst de grasmaaier en toen de automatische sprinklers opleverden, konden miljoenen gezinnen zich ineens een stukje gras permitteren.  In Amerikaanse buitenwijken veranderde een keurig gazonnetje van luxe voor de rijken in een noodzakelijke accessoire voor de middelklasse. Op zondagochtend, na de kerkdienst, gingen veel mensen heel toegewijd hun gras maaien. Als je door de straten liep, kon je de rijkdom en status van elk gezin  al snel aflezen aan de grootte en kwaliteit van hun grasveld. Een verwaarloosd gazon is een veeg teken dat het niet goed gaat met de familie Jansen.”  [14] Het aanzien van de tuinen en geschiedenis daarvan kent vele verhalen. 

bottom of page